Onze zoons moesten niet een klein beetje, maar héél erg hard lachen

Kampen Online straattaal

OKÉ BOOMER

Onze zoons liepen naar de achterdeur om naar school te gaan. “Challas”, riepen ze tegelijk. De jongste deed er nog een kushandje bij. Mijn vrouw en ik keken elkaar aan. Challas? De laatste tijd worden wij in rap tempo ingewijd in de meest recente straattaal. Wat betekent Challas? “Dat betekent: weggaan of doei”, zei de jongste.

Challas is straattaal of “slang” (spreek uit als: sleng) zoals het in het Engels wordt genoemd. Sinds kort ben ik begonnen dergelijke woorden meteen op te slaan in mijn telefoonnotities want er komen er steeds meer en mijn vrouw en ik willen toch echt wel een beetje bijblijven.

Ik vind mezelf nog niet oud. Ik ben actueel en ik volg het nieuws. En ik verkeer veel op de sociale mediakanalen. Toch merk ik dat ik wel iets trager actueel ben dan ik zelf dacht, nu onze jongens aan míj dingen gaan uitleggen over straattaal. Toen ik laatst met de jongste rondwandelde, hoorde ik hem zijn vrienden groeten. Hij zei iets van: “Fakka drarie (spreek uit als: drérie). Ik vroeg hem wat hij nou eigenlijk zei. “Hé gozer, alles goed?” vertaalde hij. Aha, duidelijk.

In mijn notities staat nu zo’n beetje het begin van een straattaalwoordenboek. Challas is één van de termen die er in staat. Osso is huis. Waggie is een auto. Chappen is eten. Drarie is gast, gozer of dude. Toen ik een redelijke verzameling woorden had, waagde ik een poging. “Zullen we zo even met de waggie bij de appie langs?” zei ik tegen onze zoons, “dan halen we vast alle boodschappen voor de barbecue in osso.”

Onze zoons moesten niet een klein beetje, maar héél erg hard lachen. “Oké Boomer”, riep de oudste. Ik had het denk ik toch nét niet helemaal goed gezegd. Of helemáál niet goed. Dat kan ook. Ik vond zelf eigenlijk dat ik het er nog redelijk goed vanaf gebracht had, hoewel ik denk dat mijn dagen als écht coole lefgozer (zoals dat in mijn tijd heette) nu toch wel voorbij zijn.

( Stadscolumn #44 | 30 juni 2022 )

Passie voor Glans Autolakspecialist Kampen

“WÖÖR BIJ D’R ENE VAN?”

Dat hoorde ik toen ik net (1995) in Kampen woonde. “Wat zeggen ze nou?”, dacht ik eerst. Later zag ik het ergens staan. Aha, zo schrijf je dat dus op zijn Kampers. Als iemand van “buitenaf” wist ik ook niet precies wat men hiermee bedoelde. Nu weet ik het wel natuurlijk. Je ontwikkelt een “oor” voor het Kampers dialect als je hier wat langer woont. Inmiddels kan ik zeggen dat ik er “ene” ben van Passie. Ah denkt u misschien, dan heeft ie het toch niet goed begrepen. Jawel hoor! Bij gebrek aan een Kamper familiestamboom heb ik mijn bedrijf Passie voor Glans tot Kamper stamboom uitgeroepen.

De meeste autoliefhebbers weten wie ik ben en als ze het nog niet weten, moeten ze maar gauw mijn website verder bezoeken. Ik uutprakkezeer voor u regelmatig een mooi “stukkien” over Kampen, over auto’s en wat me verder nog te binnen schiet. De inspiratie komt vanzelf want in Kampen gebeurt genoeg!