Als ik niet meer actief kan auto poetsen

OUD EN WIJS

Ik heb een strak terras met heel veel tegels en een beetje gras. Niet te veel tuin, want ik heb het veel te druk als ondernemer om te tuinieren. Op dit moment geniet ik daarom vooral van andermans tuin. In Elburg wonen een paar mensen met ontzettend groene vingers in de binnenstad, die al jaren bezig zijn een hele steeg vol bloemenweelde te creëren. Maar de Kamper binnenstad zag ik laatst, is bezig aan een niet te stuiten opmars.

Om te beginnen zijn er natuurlijk de stokrozen die al enige jaren geleden zijn geplant als binnenstadvergroening naar – ik geloof – een idee van (stads)hovenier Aebe Poutsma. Briljant idee trouwens. Stokrozen gaan meteen de hoogte in. Je wipt er twee drie steentjes uit, zaadjes zaaien, beetje water en klaar is Kees. Maar er is nog veel meer te zien in de stad.

Aan de Burgwal tegenover de voormalige muziekschool staat een jungle aan stokrozen tegen een met rozen overgroeide muur waar Doornroosje zich nog aan zou vergapen. Aan de Oostzeestraat bevindt zich een soort Jurassic park met twee in vorm geknipte dino’s en één schaduwboompje. Op het balkon bewaken twee plastic Action kraaien de tuin tegen schadelijke soortgenoten. Geweldig! Dat maakt een stad nou leuk vind ik! De dino’s, hoorde ik trouwens later, zijn eigenlijk herten.

Met petunia’s gevulde en afgedragen dr. Martens staan te pronken op een vensterbank in de Buiten Hofstraat. Een groep glazen pinguïns kijkt vanachter het raam naar de viooltjes, petunia’s, zonnebloemen en hortensia’s op de stoep van de Boven Nieuwstraat. Een kabouter tussen het groen bewaakt vijf paar regenlaarzen aan de IJsselkade. Bij de Herensmitsteeg in de buurt staat een roestig antiek kinderbedje buiten met plantjes en even verderop in dezelfde buurt staat er weer zo’n bedje gevuld met onder andere een mooie Ginko biloba.

Een eenhoorn waakt over wat plantjes in de Schapensteeg. Op de hoek van de Buiten Nieuwsstraat en de Schapensteeg, ietwat luguber; hing lange tijd een skelet in lompen boven een paar kale takjes. Maar ach, het is weer eens wat anders! En dat is nog maar een kleine greep uit de creatieve uitspattingen van onze stadgenoten. Ik zou zeggen maak zelf eens een tuinrondje en stuur de foto’s van het resultaat naar Kampen Online.

Als ik straks oud en wijs ben en als ik niet meer actief kan autopoetsen dan wil ik ook wel graag zelf wat geraniums gaan kweken. Om er lekker achter te gaan zitten genieten. Met een kopje Campenaer, een stuk Kamper slof van de bakker, en een cryptogram. Ja, dat lijkt me wel wat.

( Stadscolumn #11 | 5 augustus 2020 )

Passie voor Glans Autolakspecialist Kampen

“WÖÖR BIJ D’R ENE VAN?”

Dat hoorde ik toen ik net (1995) in Kampen woonde. “Wat zeggen ze nou?”, dacht ik eerst. Later zag ik het ergens staan. Aha, zo schrijf je dat dus op zijn Kampers. Als iemand van “buitenaf” wist ik ook niet precies wat men hiermee bedoelde. Nu weet ik het wel natuurlijk. Je ontwikkelt een “oor” voor het Kampers dialect als je hier wat langer woont. Inmiddels kan ik zeggen dat ik er “ene” ben van Passie. Ah denkt u misschien, dan heeft ie het toch niet goed begrepen. Jawel hoor! Bij gebrek aan een Kamper familiestamboom heb ik mijn bedrijf Passie voor Glans tot Kamper stamboom uitgeroepen.

De meeste autoliefhebbers weten wie ik ben en als ze het nog niet weten, moeten ze maar gauw mijn website verder bezoeken. Ik uutprakkezeer voor u regelmatig een mooi “stukkien” over Kampen, over auto’s en wat me verder nog te binnen schiet. De inspiratie komt vanzelf want in Kampen gebeurt genoeg!