BOTSAUTO
Bij mij thuis voor de deur stond ik een minuscuul vlekje aan mijn auto weg te poetsen. Mijn buurman, een sportieve vijftigplusser, reed op dat moment voorbij op een mountainbike. “Nieuw, nieuw, nieuw!” riep het aluminium ros. Wat me opviel waren de lak, de kleur, de cassette én – als ik dit pronkstuk een beetje goed inschatte – de prijs. Zeg maar ongeveer de waarde van een Suzuki Celerio uit 2016 met pakweg 136.000 km op de teller. Voor een fiets, dus.
Twee dagen later stond ik op een zaterdagochtend de tegels aan de voorkant van het huis schoon te maken met de hogedrukreiniger. Had ik mijn vrouw beloofd. Een beetje baldadig was ik een dambord aan het maken door de tegels om en om schoon te spuiten. Hé, zag ik daar de buurman niet komen aanfietsen? Jawel, het was ‘m. Hij reed echter niet op zijn glanzende nieuwe mobiel van laatst, maar op een onooglijk barrel. Het achterspatbord rammelde en het voorwiel liep iets aan. Zo’n soort vehikel dat je achter het station zou kunnen kopen. Van het soort mensen dat je – wrijvend aan hun neus – zou vertellen dat hij van een vrachtwagen is gevallen. Hij minderde vaart, zwaaide zijn been van de fiets en gooide het barrel aan de binnenkant van zijn heg. Hij stak een hand op ten teken dat hij me gezien had en stapte naar binnen. Uit buurmans rugzakje keek een stokbroodje omhoog. Ik snoof een heel klein vleugje geur op van vers brood. Tsja, boodschappen doen in de stad met zo’n glanzend dure mountainbike zou ik zelf ook niet doen. Die laat je van zijn levensdagen niet onbeheerd achter. Zelfs niet als er een geotrackingslot op zit.
Om dezelfde reden hebben wij thuis een klein botsautootje. Dat moet ik misschien even uitleggen. Het betreft een autootje waarmee je op zaterdagmiddag bij wijze van spreken zo achteruit de supermarkt in rijdt om – hop! – je boodschappen in de achterbak te mikken. Klein en met een kittig korte draaicirkel, dat is onze bejaarde Seicento. Ik hoef me niet bezorgd te maken over minuscule parkeerplaatsen, waarbij de Volvo krassen of deukjes oploopt door ongetrainde of al te nonchalante bestuurders in de omgeving. Of over plekken waar winkelwagens kunnen gaan rollen. Al passen er nog zoveel boodschappen in een Volvo, ik rijd liever twee keer om proviand te halen met onze botsauto.
Heb ik mijn maximale beweging voor die dag ook weer gehad.
( Column #24 | Volvodrive Magazine | nr. 66 / 2022 )
MARINUS BROUWER
Is gedreven lakspecialist, ondernemer en woordensmid. Met veel slagvaardigheid en woordspelingen uit hij op social media als autoriteit op zijn gebied zijn passie voor glans, tevens de naam van zijn onderneming. Als je hem niet in zijn werkplaats vindt, werkt hij op locatie bij de klant. Als “knight in shining armour”, mag je wel zeggen, want zijn lakherstellende behandeling redt autolevens. Zijn diepzwarte, soepel rijdende Volvo V70 R is een hoogglanzend visitekaartje en heeft een extreem hoge aaibaarheidsfactor, maar Brouwer hashtagt: “#eyesdontleavefingerprints”. Met andere woorden: “Alleen kijken, niet aankomen!” Hij schrijft op deze plek over Volvo, autoverzorging, passie voor glans, het leven en de rest.