WAT DE BOER NIET KENT
Die avond aten we mijn lievelingsgerecht, andijvie met een kuiltje voor de jus en een bal. Oer-Hollands eten prakken, daar houd ik wel van. Het heeft zelfs een therapeutisch effect, durf ik te beweren. “De volgende keer dat jullie komen, kunnen we wel een keer rep eten”, zei mijn moeder toen we bij de deur stonden. Een rep? Mijn radertjes werkten op volle toeren. “Ja, je weet wel zo’n Mexicaans ding.” Ik keek er waarschijnlijk niet al te snugger bij, want ietwat ongeduldig klonk het: “Zo’n pannenkoek met groenten.” Ineens ging me een lichtje branden. Een wrap! Nou heb ik geen graad in Engels, maar het woord ken ik natuurlijk wel. Het is alleen even wennen als je ouders op hun respectabele leeftijd ineens onverwacht een term uit die taal gebruiken. Bovendien associeer ik als vakidioot het woord wrap met auto’s, waarmee mijn hoofd nu eenmaal vol zit.
Laten we het eens hebben over het inpakken van de carrosserie, met een bijna oneindige keuze in kleuren en dessins. Binnen een paar uur is je auto mooi en kreukloos verpakt in een colbertje, een galajapon of een nieuwe pyjama. Mijn voorkeur heeft het trouwens niet, zo’n autojasje. Lak of glascoating, daar word ik wel warm van, maar dit? Als je de deur opent van een gewrapte auto weet je meteen wat ik bedoel, want de dorpels maken nooit deel uit van de metamorfose. Dat vind ik niet zo mooi… Enfin, zeg nooit “nooit”. Ik mag dan traditioneel zijn, als mijn moeder op haar leeftijd Engels gaat spreken en wraps wil maken, kan ik natuurlijk niet achterblijven. “Dat lijkt me wel wat”, zei ik daarom waaghalzerig tegen haar. Terwijl ik hoopte dat ze het al vergeten was, lag er de keer daarop een wrap comfortabel op mijn bord, in plaats van de vurig door mij gewenste oud-Nederlandse prak. Gek genoeg bleek hij uitstekend te smaken, dus als er nog eens een mooie oplossing voor die onbedekte dorpels komt, sluit ik op voorhand niet uit dat ik misschien voor de bijl ga en gewrapte auto’s een kans wil geven. De aardappelmaaltijden bij ons thuis worden sinds het etentje bij mijn ouders steeds vaker vervangen door de rep.
( Column #21 | Volvodrive Magazine | nr. 63 / 2021 )
MARINUS BROUWER
Is gedreven lakspecialist, ondernemer en woordensmid. Met veel slagvaardigheid en woordspelingen uit hij op social media als autoriteit op zijn gebied zijn passie voor glans, tevens de naam van zijn onderneming. Als je hem niet in zijn werkplaats vindt, werkt hij op locatie bij de klant. Als “knight in shining armour”, mag je wel zeggen, want zijn lakherstellende behandeling redt autolevens. Zijn diepzwarte, soepel rijdende Volvo V70 R is een hoogglanzend visitekaartje en heeft een extreem hoge aaibaarheidsfactor, maar Brouwer hashtagt: “#eyesdontleavefingerprints”. Met andere woorden: “Alleen kijken, niet aankomen!” Hij schrijft op deze plek over Volvo, autoverzorging, passie voor glans, het leven en de rest.