DE EERSTE
Wij hebben thuis corona aangegrepen op te ruimen. Hadden we eindelijk tijd voor tijdens de lockdown. Hop, lekker vroeg naar de stort. We waren overduidelijk niet de eersten. Zo bleek toen we bij het milieupark aan de Oslokade onze spulletjes kwamen afgeven. Daar stonden we dan. Onze jongste zoon en ik. In de file, al voordat we het recycling park binnen konden rijden. Eerst maar eens langs het aanwezige kringloopdepot. Men wierp een blik op de spullen. Daar namen ze weinig tot niets meer aan. Niet zo gek achteraf, want toen ik naar binnen gluurde, stond de hal nokkie nokkie vol. Vervolgens stonden we in de rij metaal dumpen, de rij glas dumpen, de rij papier dumpen, de rij chemisch afval dumpen, de rij ouwe apparaten dumpen en voor een opstopping restafval dumpen. Overal waar we moesten zijn, stonden we in de rij.
Gelukkig waren we net op tijd klaar voor onze volgende afspraak; de bouwmarkt. Hop, weer in de rij voor een click en collect-bestelling. Onze jongste had er ondertussen al zwaar genoeg van en had bedongen dat hij met zijn smartphone in de auto mocht blijven. Oké, klaar bij de bouwmarkt. De volgende boodschap kon snel tussendoor. Vers brood halen op verzoek van mijn vrouw. We reden langs het Hanzeplein en daar stond bij bakker René Vermeij, jawel wéér een rij. Tja, even slikken en toch maar aangesloten, want we wilden wel lekker vers brood. Pauze: eerst even thuis broodjes eten. Toen naar de Koekoek om bij tuincentrum Oosteinde op afspraak ophoogzand te halen. Zoonlief had eieren voor zijn geld gekozen en was thuis gebleven. Daar stond ik. Weer in de rij, nu voor zakken zand.
Na al die rijen was ik er klaar mee. Ik wilde van nu af aan eens de eerste zijn! Toen mochten de kappers weer open. Yes! Daar zat ik al tijden op te wachten. Maanden geleden al had ik alvast een afspraak gemaakt met mijn vaste kapper Lorist. Daar stond ik als vroege vogel. Ik keek om me heen en zag een paar mensen de Gasthuisstraat inkomen. Oh nee toch, niet weer een rij! Duimen, duimen, duimen dat ik de eerste zou zijn. De deur ging open; “Goedemorgen meneer Brouwer; u bent onze allereerste klant vandaag”. Hè, hè, na al die rijen kon ik in ieder geval één rij overslaan. Ik was de eerste! Tevreden liet ik me achterover zakken in de kappersstoel. Knippen maar!
( Stadscolumn #36 | 30 november 2021 )
Wij wassen ook vaak onze handen | Wij houden afstand van elkaar | De deur staat altijd open | Ook voor de frisse lucht
“WÖÖR BIJ D’R ENE VAN?”
Dat hoorde ik toen ik net (1995) in Kampen woonde. “Wat zeggen ze nou?”, dacht ik eerst. Later zag ik het ergens staan. Aha, zo schrijf je dat dus op zijn Kampers. Als iemand van “buitenaf” wist ik ook niet precies wat men hiermee bedoelde. Nu weet ik het wel natuurlijk. Je ontwikkelt een “oor” voor het Kampers dialect als je hier wat langer woont. Inmiddels kan ik zeggen dat ik er “ene” ben van Passie. Ah denkt u misschien, dan heeft ie het toch niet goed begrepen. Jawel hoor! Bij gebrek aan een Kamper familiestamboom heb ik mijn bedrijf Passie voor Glans tot Kamper stamboom uitgeroepen.
De meeste autoliefhebbers weten wie ik ben en als ze het nog niet weten, moeten ze maar gauw mijn website verder bezoeken. Ik uutprakkezeer voor u regelmatig een mooi “stukkien” over Kampen, over auto’s en wat me verder nog te binnen schiet. De inspiratie komt vanzelf want in Kampen gebeurt genoeg!