GRATIS IS GOED
Regelmatig banjer ik in mijn vrije uren met mijn jongste door Kampen. Al slenterend kwamen we in de Buiten Nieuwstraat een klein wit kastje tegen. “Kijk pap, gratis”, zei mijn zoon die nieuwsgierig het deurtje open trok. Hij wierp een verwachtingsvolle blik in het kastje. “Alleen maar boeken”, zei hij misprijzend.
Mij zie je niet zo vaak met een boek. Ik heb het simpelweg te druk op een dag om rustig te gaan zitten. En als ik wel tijd heb, ga ik liever achterstallige klusjes in huis doen dan rustig op mijn kont zitten. Eens even flink opruimen bijvoorbeeld. Maar goed zo’n kastje, dat vind ik nou een buitengewoon interessant gegeven. Als je huis te vol is, zet je alle gelezen boeken gewoon in een kast buiten. Opdat anderen de boeken gratis kunnen lenen. Supergoed idee zo’n minibieb, want dat bleek het witte kastje te zijn.
Ik thuis meteen “minibiebs” googlellen. En wat een eyeopener. Er staan echt megaveel van die dingen in Nederland. Had ik er tot voor kort nog niet eerder van gehoord, nu zie ik ze ineens overal. Even wat info die ik met u wil delen; ik zag online een zelfgemaakte bieb van een oud caviahok. Lachen toch?! Eén dame zag haar minibieb als een asiel voor in de steek gelaten boeken. En in Ruurlo staat een hele gave boekenboom waar een aantal boekenkastjes ín de boom zijn verwerkt. Als ik daar in de buurt werk, ga ik beslist even kijken. “In Ermelo stikt het van de minibiebs”, berichtte de Stentor. Er zijn er al 35 geteld.
Nu raakte ik steeds meer benieuwd wat er in Kampen allemaal te vinden zou zijn. Dus ging ik met mijn zoon op jacht. Al eerder hebben we gejaagd op beren. Deze keer gingen we op minibiebjesjacht. Wij Kamper jager-verzamelaars hebben er inmiddels zes geteld. Eén officiële aan de Esdoornhof, die op de minibiebwebsite staat. En vijf niet-officiële, die je kunt vinden in de Keizerstraat, Buiten Nieuwstraat, Schapensteeg, op de hoek van de Groenestraat, de Cellebroedersweg en ergens één vlakbij Onze Tuin. Maar wat was de straatnaam nu ook alweer? Weet u het? En als wij nog een biebje over het hoofd hebben gezien, hoor ik het ook graag.
Thuis heb ik de boekenkast uitgemest. We hebben samen een jumbotas vol boeken over alle biebjes verdeeld. Opgeruimd staat netjes! Plus, een ander is er blij mee. We hebben nog een heel mooi boek voor mijn vrouw uitgezocht. En als bonus kwam mijn zoon (fervent carspotter), in één van de kastjes een boek over auto’s tegen dat hem wél interesseerde.
“Gratis, gratis, gratis”, zong hij terwijl we naar huis fietsten, helemaal verguld met zijn aanwinst. Ik weet niet helemaal zeker of hij het boek heeft meegenomen “omdat het gratis was” of omdat hij er toch informatie uit hoopt te halen, maar als het hem aan het lezen krijgt zeg ik; “Gratis is goed.” ;-)
( Stadscolumn #39 | 28 februari 2022 )
“WÖÖR BIJ D’R ENE VAN?”
Dat hoorde ik toen ik net (1995) in Kampen woonde. “Wat zeggen ze nou?”, dacht ik eerst. Later zag ik het ergens staan. Aha, zo schrijf je dat dus op zijn Kampers. Als iemand van “buitenaf” wist ik ook niet precies wat men hiermee bedoelde. Nu weet ik het wel natuurlijk. Je ontwikkelt een “oor” voor het Kampers dialect als je hier wat langer woont. Inmiddels kan ik zeggen dat ik er “ene” ben van Passie. Ah denkt u misschien, dan heeft ie het toch niet goed begrepen. Jawel hoor! Bij gebrek aan een Kamper familiestamboom heb ik mijn bedrijf Passie voor Glans tot Kamper stamboom uitgeroepen.
De meeste autoliefhebbers weten wie ik ben en als ze het nog niet weten, moeten ze maar gauw mijn website verder bezoeken. Ik uutprakkezeer voor u regelmatig een mooi “stukkien” over Kampen, over auto’s en wat me verder nog te binnen schiet. De inspiratie komt vanzelf want in Kampen gebeurt genoeg!